Geboren met “een extra ruimtelijke gen”
Zolang ik me kan herinneren ben ik gefascineerd door de ruimte. Eén van mijn vroege ervaringen, waarbij wat ik in de ruimte ervoer omgezet moest worden in bewustzijn, was toen ik als klein kind langs de versgemetselde muur van de schuur in onze tuin liep. Ik zag de stapel bakstenen waaruit de muur was opgebouwd. Op de hoek van de muur was een rij korte stenen gemetseld, leek het. Mijn hersens kraakten ervan, waar waren die kleine bakstenen vandaan gekomen, die had ik niet gezien in de tuin. Opeens begreep ik het ruimtelijke hiervan; ik voel nog de euforie die me toen overspoelde. De vreugde over de ruimte is zo groot dat ik niet anders kan dan beelden maken.
Kunstenaar zijn, ik kan die knop niet uitzetten
Ik was niet van plan om kunstenaar te worden, min of meer toevallig kwam ik op de kunstacademie terecht. Daar ontdekte ik de kracht van ‘schrijven in klei’. Vrouwen als landschappen, wolken, boomwortels, bomen, portretten, alles wil ik vangen in klei. Ik heb een spoor van beelden achtergelaten waaraan je mijn avontuurlijke reis in de ruimte kunt aflezen. De beelden vertellen het verhaal hoe ik de ruimte heb ervaren en nog steeds ervaar. In het maken van een beeld voel ik mij heel verbonden met mensen. Omgekeerd werden mensen soms zo geraakt door mijn kunst dat ze helemaal ontroerd raken bij het zien van mijn werk. Dit doet natuurlijk iets met mij! Hoe verloopt die vertaalslag van ijle gedachten naar een schepping in klei of steen waardoor ik mij kan verbinden met anderen? In een performance, nog meer direct in het ‘hier en nu’, in contact met de materie en de mensen, ontstond een verbinding die ik eerder nog niet was tegengekomen in mijn werk.
Hier en nu
Vrij werk is voor mij een vorm van overgave aan het moment. Wat wil zich ontvouwen? Wat wil gezegd worden? Dit betekent ieder moment opnieuw een afstemmen op de ruimte: welk beeld wil nu geboren worden?